De duurzame reis van Alliander
Alliander is als groot netwerkbedrijf een cruciale speler in de energietransitie. Voormalig CEO Ingrid Thijssen pakt die rol met Alliander met verve op, maar een goed samenspel met andere partijen is daarbij essentieel. Dat samenspel wordt mede mogelijk gemaakt door de inzet en ontwikkeling van normen.
Klimaatverandering tegengaan, CO2-reductie, energietransitie, duurzaam ondernemen, het zijn allemaal grote maatschappelijke opgaven die een sterke onderlinge samenhang vertonen. 'Vanwege deze samenhang in een complex veld is het belangrijk om de zaken vanuit het systeem te benaderen', zegt Ingrid Thijssen. 'Dat wil zeggen dat je de samenhang moet zien.
Neem de ontwikkeling van waterstof voor de energievoorziening. Je kunt wel denken dat we die gaan gebruiken om huizen te verwarmen, maar waterstof is allereerst nodig in de industrie en mobiliteit. Is er dan nog genoeg beschikbaar voor alle woningen voor een prijs die vergelijkbaar is met die van andere duurzame bronnen? De antwoorden liggen in de toekomst, maar je moet dit wel doorzien omdat je anders gaat zitten wachten met het aardgrasvrij maken van gebouwen. De eerste tijd zal dat, een enkele pilot daar gelaten, nog zonder waterstof gebeuren.'
Eigen processen langs de meetlat
Bij volop meedoen aan de energietransitie hoort ook dat je als bedrijf de eigen processen langs de duurzame meetlat legt. Thijssen: 'We hadden een forse CO2-voetafdruk, dat komt voor 90 procent door "netverlies" bij transport van elektriciteit door de leidingen. Voor het transport is ook stroom nodig. Om de CO2-uitstoot daarvan te compenseren, sluiten we al jaren contracten met Nederlandse windparken. Zo stimuleren we de ontwikkeling van Nederlandse duurzame energieproductie. We hebben onlangs een overeenkomst met energiebedrijf Ørsted gesloten, marktleider op het gebied van windenergie op zee. Door de aankoop van Garanties van Oorsprong (GvO's), die de duurzame herkomst van elektriciteit garanderen, wordt onze netto CO2-uitstoot vanaf 2021 jaarlijks met nog eens ongeveer 25 procent verminderd. We hebben als doelstelling om in 2023 als bedrijf volledig CO2-neutraal te zijn. We zitten daarmee echt in de voorhoede van de Nederlandse bedrijven.'
En ook het zakelijke netwerk om Alliander heen wordt aangespoord tot duurzamer ondernemen. 'Als grote klant kunnen we invloed uitoefenen op de duurzame prestaties van onze leveranciers. We hebben bijvoorbeeld een materialenpaspoort ontwikkeld voor onze installaties, kabels, leidingen en dergelijke. Onze leveranciers moeten daardoor nagaan wat de herkomst en samenstelling is van het product en moet dezelfde vraag aan hun eigen toeleveranciers stellen. Daardoor worden ze zich meer bewust van duurzame aspecten in het productieproces, wat uiteindelijk tot duurzamer gedrag leidt.'
Langjarig contract met aannemers
Een markante stap is ook dat Alliander onlangs een tienjarig contract met een drietal aannemers afsloot met een waarde van maar liefst 140 miljoen euro. 'Ons werkpakket groeit snel, wij komen handen tekort. Dankzij de zekerheid die we de aannemers met dit uitzonderlijk lange contract bieden, kunnen zij investeren in scholing en expertise van nieuwe technici en dat is zeer belangrijk voor ons. Beschikbaarheid van voldoende gekwalificeerde mensen is misschien wel het belangrijkste knelpunt in de energietransitie', zegt Thijssen. 'Ik zou het toejuichen als hier ook in het onderwijs meer aandacht voor komt.'
Alliander kan dus intern en in het relatienetwerk veel doen om de energietransitie verder te helpen, maar is uiteraard ook afhankelijkheid van andere spelers. Thijssen noemt een voorbeeld. 'Voor het opladen van het elektrische wagenpark is veel extra capaciteit van het elektriciteitsnet nodig, vooral tijdens piekmomenten in de stroomvoorziening. Om die pieken te kunnen opvangen, is het noodzakelijk om het elektriciteitsnet uit te breiden. Dat kost geld. Om dat te beteugelen, pleiten wij ervoor om zogeheten "smart charging" overal in Nederland als standaard in te voeren. Daarbij wordt de auto opgeladen op momenten dat er van andere gebruikers minder stroomvraag is. Je kunt daarmee uitbreiding van het elektriciteitsnet voorkomen, maar het is dan wel nodig dat het overal in Nederland de standaard wordt.'
Deltaplan voor de energietransitie
De energietransitie gaat snel en is impactvol waardoor het op verschillende plekken begint te knellen. Zo raakt door de snelle opmars van met name zonneweiden het elektriciteitsnet op steeds meer plekken vol. Daarnaast worstelt Nederland met een groot tekort aan technici waardoor ook netbeheerders onvoldoende mensen kunnen vinden die het snel groeiende werkpakket kunnen realiseren. Het is daarom volgens Thijssen nodig om met alle relevante spelers in kaart te brengen waar de prioriteiten liggen - niet alles kan tegelijk. 'Er moet een masterplan komen voor de energietransitie dat duidelijk maakt wat, wanneer en waar gerealiseerd moet worden qua energie-infra. Dan kunnen we fysieke ingrepen prioriteren. Maar het is ook nodig om allerlei wet- en regelgeving aan te passen die nog is geënt op de situatie met Gronings gas en grote energiecentrales als vrijwel de enige leveranciers. Het hele wetgevingslandschap, inclusief de Elektriciteitswet, de Gaswet en de Mijnbouwwet zijn aan een herziening toe voor de energietransitie.'
Dat wet- en regelgeving beter kan aansluiten op de realiteit van de energietransitie is al langer zichtbaar. Door de snel groeiende vraag van onder meer zonneparken, datacenters en andere energie-intensieve sectoren zoals glastuinbouw, raakt het elektriciteitsnet op steeds meer plekken vol waardoor grootverbruikers langer op de gewenste netcapaciteit moeten wachten. Om aan de vraag te kunnen blijven voldoen, breiden netbeheerders het elektriciteitsnet op veel plaatsen fors uit. Dit kost veel tijd, onder meer vanwege lange vergunningstrajecten en procedures. Een stap in de goede richting qua wet- en regelgeving is dat zonneweiden nu alleen nog subsidie krijgen als ze een verklaring van de netbeheerder hebben dat er capaciteit is op het elektriciteitsnet waar ze zich willen vestigen.
Wetten, normen en zelfregulering
Thijssen ziet dat er door de energietransitie ook heel veel op de wetgever afkomt. Zij pleit daarom voor meer rijksambtenaren die dit alles moeten uitwerken. ‘Een andere oplossing kan gelegen zijn in zelfregulering door partijen in de sector. Met zelfregulering en normering kun je relatief snel tot werkbare afspraken komen. Het is daarvoor wel nodig dat partijen verder kijken dan hun eigen belang en oog hebben voor de maatschappelijke relevantie van de afspraken, ofwel de energietransitie als geheel.'
Thijssen ziet NEN als een geschikte partner om tot werkbare afspraken in de sector te komen, mede door eerdere ervaringen. 'NEN speelt goed in op nieuwe ontwikkelingen en zorgt dat het op internationale normprocessen is aangehaakt. Bijvoorbeeld op het gebied van E-mobiliteit, maar ook met het Normalisatieplatform waterstof, dat mede op initiatief van NEN is opgericht. Rond dit laatste thema zijn lastige keuzes te maken omdat er nog veel vragen onbeantwoord zijn. Het platform zorgt ervoor dat deze keuzes in gezamenlijkheid worden gemaakt en het oefent invloed uit Europese besluitvorming hierover. Dankzij dit brede draagvlak wordt de grootschalige uitrol van producten en diensten gefaciliteerd op een veilige en doelmatige manier. Dat is voor een groot netwerkbedrijf als het onze natuurlijk heel handig. Het helpt om de grote ambities die de energietransitie voor ons met zich meebrengt, waar te maken.'

Ingrid Thijssen was één van de keynote sprekers tijdens de viering van World Standards Day.
De voormalig CEO van Alliander gaf haar visie op de energietransitie, hoe deze versneld kan worden en welke rol normen hierbij kunnen spelen. Meer weten over World Standards Day? Ga naar www.nen.nl/wsd
Samenwerken aan de energietransitie
De markt, overheid en NEN werken met elkaar aan een duurzaam energiesysteem. Veilig betrouwbaar, betaalbaar en bovenal: zonder CO2 uitstoot. Samen maken we afspraken voor een betere wereld. Lees op nen.nl/energietransitie hoe afspraken de energietransitie kunnen versnellen.