Chocolade nog lekkerder met duurzame en traceerbare cacao


We houden van chocolade. En als je de echte fans mag geloven, houdt chocolade ook van ons. Voor de één is chocolade een 'guilty pleasure', voor de ander een ingrediënt om mooie gerechten of producten mee te maken. Je zou het niet zeggen omdat chocolade overal ter wereld erg goed verkrijgbaar is, maar het hoofdingrediënt cacao is geen makkelijk te verbouwen gewas. Zo'n 14 miljoen boeren en landarbeiders werken in landen nabij de evenaar in de cacaoproductie, veelal op kleinschalige boerenbedrijven. Een goede infrastructuur ontbreekt, de teelt is erg arbeidsintensief en de opbrengsten zijn laag. Toch is het ondanks de hoge vraag naar cacao, voor de boeren moeilijk om in hun levensonderhoud te voorzien.

Om het verbouwen van cacao te verduurzamen, te zorgen voor het milieu en de sociale omstandigheden en het levensonderhoud van de boeren te verbeteren, zijn breedgedragen afspraken nodig. In de afgelopen jaren is daarom op wereldwijd niveau gewerkt aan het vastleggen van eisen voor duurzame en traceerbare cacao. Deze zijn vastgelegd in de nieuwe vierdelige serie normen ISO 34101.


Deze normenserie ondersteunt de boeren om de cacaoproductie te verduurzamen én een hogere levenstandaard te bereiken, maar zijn ook bedoeld voor alle partijen in de cacaoketen. Ze dragen bij aan de professionalisering van de cacaoproductie en zorgen zo voor een verbetering van de leef- en arbeidsomstandigheden van de boeren. In de normen worden niet alleen de organisatorische, sociale, economische en milieuaspecten van de cacaoproductie behandeld, maar er worden ook strikte eisen aan de traceerbaarheid in de keten gesteld. Organisaties die zich houden aan de eisen in de norm, kunnen eenvoudig aantonen hoe duurzaam de cacao is die zij verwerken in hun producten. Zo wordt het uiteindelijk ook voor consumenten duidelijk hoe duurzaam een reep chocolade is.

Breed vertegenwoordigde internationale samenwerking

De nieuwe ISO-normen voor duurzame cacao zijn het resultaat van een breed vertegenwoordigde internationale samenwerking. Normalisatie-instituten van 26 landen uit de hele wereld hebben zich in CEN- en ISO-commissies ingezet om tot afspraken te komen. Alle leiderschapsposities, van voorzitterschappen van de werkgroepen en de ISO-subcommissie tot het ISO-secretariaat, zijn ingevuld door personen uit zowel producerende als consumerende landen. Met name de grootste cacaoproducenten, Ghana en Ivoorkust, en de grootste cacao-importeur, Nederland, hebben een trekkende rol gehad. Zo voert NEN, samen met het Ghanese normalisatie-instituut (GSA), het ISO-secretariaat van de commissie ISO/TC 34/SC 18 ‘Cocoa’.

'Er is kennis samengebracht van experts wereldwijd. Hiermee worden boeren en boerenorganisaties in staat gesteld om zich duurzaam te ontwikkelen.'

Jack Steijn, voorzitter normcommissie

Belang van kennis delen

De ontwikkeling van deze serie normen laat heel duidelijk het belang en de betekenis zien van internationale samenwerking en het overdragen van kennis. Voor afspraken over duurzame en traceerbare cacao hebben stakeholders uit zowel producerende als consumerende landen samengewerkt aan het vastleggen van de te stellen eisen. Niet alleen omdat de input van boeren, overheid en exporteurs uit die landen belangrijk is, ook om hen meer te laten kunnen deelnemen aan de wereldhandel. Bijdragen aan en toepassen van internationale normen zijn voor de wereldhandel van groot belang.


Maar de instituten in de productielanden zijn niet altijd in staat om stakeholders goed te betrekken bij normalisatie. Daarom was training van de normalisatie-instituten in Ghana, Ivoorkust en Sierra Leone onderdeel van de werkzaamheden van dit ISO-secretariaat. De afgelopen jaren zijn de collega’s in Ghana onder leiding van Laura Mout (NEN), getraind om volwaardige ISO-secretarissen te worden. De internationale ISO-commissie 'Cacao' is mede door de trainingen zo ingericht dat zowel landen die cacao produceren als landen die cacao consumeren, konden samenwerken om hun doel te behalen.

Delegatieleden uit de hele wereld komen bijeen voor een vergadering van CEN/TC 415 ‘Sustainable and traceable cocoa’ en ISO/TC 34/SC 18 ‘Cocoa’.

Twinning arrangement

Het doel van het 'twinning arrangement' met Ghana en Ivoorkust (samenwerkingsovereenkomst) was om de nationale standaardisatie-infrastructuur en de capaciteit in die landen te versterken. Zo kunnen zij hun rol in standaardisatie beter vervullen en zijn zij nauwer betrokken bij de ontwikkeling van de ISO-normen. Het Ghanese instituut heeft vervolgens samen met NEN het normalisatie-instituut in Sierra Leone getraind.


Cacao is een van de producten die het deelnemende land Sierra Leone hoopt meer te kunnen exporteren. Omdat boeren sowieso geen bestrijdingsmiddelen gebruiken, zou het kunnen profiteren van de groeiende nichemarkt van duurzame chocolade. Maar het land kent een bewogen geschiedenis van een burgeroorlog en heeft nog niet zo lang geleden de ebola-crisis overwonnen. Daarnaast is het normalisatie-instituut vrij jong en onervaren. De ‘twinning arrangement’ werd gefaciliteerd door Rijksdienst voor Ondernemend Nederland namens het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Uiteenlopende belangen zorgen voor positieve impact

Vanuit Nederland zijn ruim twintig experts van het bedrijfsleven, belangenorganisaties, de overheid, de wetenschap, vakbonden en private standaardisatie-organisaties betrokken geweest via de NEN-normcommissie Cacao. Jack Steijn, voorzitter van zowel de Nederlandse normcommissie, de Europese normcommissie CEN/TC 415 als internationale normcommissie ISO/TC 34/SC 18, zegt dat het multi-stakeholder ontwikkelproces van deze normen nu al een positieve impact heeft gehad in de cacaosector. Het heeft voor het eerst een platform geboden waar uiteenlopende belangen samenkwamen, met veel ruimte voor dialoog en inhoudelijke discussies. Innovaties in verduurzaming die tijdens het traject werden afgesproken zijn door veel van de deelnemers nu al toegepast.


'Met de introductie van het Cocoa Farm Development Plan, een kernelement in de norm, kunnen cacaoboeren nagaan of ze wel of geen voordeel kunnen behalen met de overstap naar een duurzame productie. Als ze er dan voor kiezen om de normenserie te volgen, dan zijn ze in een gunstigere positie om zich te ontwikkelen als succesvolle ondernemers', aldus Jack Steijn.


Over de norm

ISO 34101 'Duurzame en traceerbare cacao' bestaat uit vier delen. De serie is nadrukkelijk bedoeld om als geheel te implementeren, al heeft elk deel wel een duidelijke focus.

  • Deel 1 ondersteunt organisaties bij de implementatie van effectieve maatregelen om continu hun bedrijfsvoering te verbeteren en de cacaoproductie te professionaliseren. Dit deel omvat voor de boerenorganisaties vaak ingrijpende eisen. Deze worden via deel 4 stapsgewijs ingevoerd, zodat zij in staat zijn deel 1 uiteindelijk in zijn geheel te implementeren.
  • Deel 2 definieert eisen voor de economische, sociale en milieuaspecten van cacaoproductie.
  • Deel 3 geeft eisen voor traceerbaarheid van duurzaam geproduceerde cacao door de keten.
  • Deel 4 is gericht op schemabeheerders, certificerende instellingen en alle anderen die te maken hebben met de beoordeling of cacao voldoet aan de eisen van deze normenserie. Om de overgang naar duurzame cacaoproductie te versoepelen, bevat deel 4 een stappenplan om geleidelijk naar een professionele boerenorganisatie te groeien.

Alle cacaonormen bijeen in NEN Connect pakket

Voor cacao is een totaalpakket samengesteld in NEN Connect. Hiermee heeft u alle normen voor cacao bijeen in één online tool. Om naast de verduurzaming van de cacaoproductie te werken aan de kwaliteit van de cacaobonen, bevat dit normenpakket ook een NEN-ISO-norm voor monstername van cacaobonen en een andere norm voor de kwaliteitseisen voor cacaobonen.


Meer informatie

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Laura Mout, NEN AgroFood & Consument, e-mail afc@nen.nl.