INTERVIEW
Normen voor algen: belangrijk maar ook lastig

Marlies Draisma,
Stichting Noordzeeboerderij

Tim Lemeer, voedingsmiddelendistributeur Barentz
Ze weten het zeker: zeewier is de toekomst. Marlies Draisma van Stichting Noordzeeboerderij en Tim Lemeer van voedingsmiddelendistributeur Barentz vertellen met veel passie over de kansen en mogelijkheden van zeewier en het belang van normontwikkeling voor deze sector. En er is ruimte voor een kritische noot, want volgens Tim en Marlies kunnen al te strenge normen innovatie en groei ook in de weg staan.
In de zoektocht naar nieuwe duurzame ingrediënten neemt zeewier een belangrijke plaats in. Voor het verbouwen van zeewier heb je geen zoet water nodig, geen ruimte op land en je hoeft het niet te bemesten want het groeit van de bestaande voedingsstoffen uit de zee en van zonlicht. Daarbij kan zeewier wel tot 10 % van de landelijke stikstofuitstoot opnemen en als je bepaalde soorten aan veevoer toevoegt, stoten koeien zo’n 50 % minder methaangas uit (net als CO2 een broeikasgas dat zorgt voor opwarming van de aarde). Verder kunnen diverse zeewierextracten planten helpen beter te groeien. Tot slot is het ook interessant voor de mens: diverse verdikkingsmiddelen worden uit zeewier gewonnen en je kunt er nog hartstikke lekker mee koken ook. Kortom: een bron voor mens, dier en plant.
Droom
Het is dan ook logisch dat algen (waartoe zeewier behoort) genoemd worden in het nationale Klimaatakkoord en in de Green Deal van de Europese Unie. Daar heeft Marlies ook een steentje aan bijgedragen. Samen met haar collega’s bij Stichting Noordzeeboerderij is het haar taak om de hele zeewierketen een boost geven. Haar grote droom? ‘Dat er in 25% van alle geplande windparken op de Noordzee, dus zo’n 500 vierkante kilometer, multi-use zeeboerderijen komen. Waar tussen de windmolens zonnepanelen liggen en zeewier groeit, dat op zijn beurt weer dient als kraamkamer voor vissen. Een plek waar telers zeewier oogsten waar alle onderdelen van gebruikt worden, tegen een betaalbare prijs. Het liefst al in 2030.’
Heilig geloof
Daarbij krijgt Marlies hulp van Tim Lemeer. Hij is Vice President van de divisie Animal Nutrition van ingrediëntendistributeur Barentz en ziet het als een van zijn doelen om het gebruik van zeewier in de markt sterk te vergroten. Het verduurzamen van de voedselketen, bijvoorbeeld het verbeteren van de voedsel-efficiëntie en het verminderen van uitstoot, is daarbij een belangrijke drijfveer. De toevoeging van zeewier aan diervoer kan daar een goede bijdrage aan leveren. ‘Ik geloof heilig in de toepassing van zeewier. Alle mogelijkheden van het product in beschouwing nemend, maakt zeewier een interessante industrie voor veel spelers. En we moeten wel op zoek naar nieuwe ingrediënten, want in 2050 kunnen we de wereld niet meer voeden zoals we dat nu doen.’
De cultivatie, het verbouwen en ontwikkelen, van zeewier is in Nederland en ook Europa nog redelijk nieuw. Gezondheid en veiligheid heeft prioriteit. Omdat er steeds meer aandacht voor toepassing van algen is, heeft de Europese Commissie aan de Europese normalisatieorganisatie CEN de opdracht gegeven om hiervoor tien Europese normen te ontwikkelen. NEN levert hier vanuit Nederland een grote bijdrage aan in de normcommissie Algen en algenproducten.
Voedselveiligheid
Marlies is lid van de normcommissie. Voedselveiligheid heeft een grote rol in de normcommissie. Wel is Tim bang voor al te veel restricties die onvoldoende rekening houden met de al bestaande toepassingen met betrekking tot voedselveiligheid: ‘Ook zonder normen wordt al veel getest op voedselveiligheid en we hebben er alle belang bij dat onze producten veilig zijn. Zo bestaan er al duidelijke grenzen binnen de huidige certificeringen (zoals bijvoorbeeld GMP+) en is dit ook al vastgelegd in Europese regelgeving.’ Tim geeft aan dat de commissie moet waken dat de versnelling en opschaling van de cultivatie niet te veel vertraagd worden door te gedetailleerde regels voor een algemeen product. ‘Zeewier is de verzamelnaam voor alle planten die onder water groeien, vergelijkbaar met de diversiteit aan landplanten. Courgettes verschillen ook nogal van palmbomen en zijn niet uitwisselbaar in hun toepassing. Het is dus belangrijk om niet een complete groep in één norm te willen vatten.
Het is beter om verschillende normen te maken voor bijvoorbeeld macro- en microalgen en daarbinnen met grenzen maar ook vrijheden te komen die relevant zijn daar waar ze voor bedoeld zijn. Dan wordt ook recht gedaan aan de individuele eigenschappen van het gebruikte soort zeewier.’ Marlies vult aan: ‘Als je met de normontwikkeling aansluit op de behoeften en ontwikkelingen binnen de industrie voor zowel grote als kleine bedrijven, biedt dat niet alleen helderheid voor alle spelers, maar behouden we ook de versnelling die zo hard nodig is. Zeewier kan veel impact hebben op de grote vraagstukken rondom klimaatverandering en voedselproductie, maar dat kan alleen als de sector in beweging blijft. Daarom werken wij ook mee aan de normontwikkeling. Iedereen heeft zelf de mogelijkheid om te bepalen wat veilig is, maar wij geloven er juist in dat we de sector verder brengen als we het met elkaar doen. Die normen moeten er zijn om veiligheid te bieden voor mens, dier en plant, maar vrij genoeg om ondernemers te kunnen laten vliegen.’
Risico's
Normalisatie is ook risico’s beperken. Daar zit volgens Tim nog wel een uitdaging. ‘Zeewier bevat net als andere voedingsmiddelen waar mens, plant en dier niet te veel van binnen willen krijgen. Bijvoorbeeld zware metalen (zoals arseen, lood en kwik) en mineralen zoals jodium. We moeten dus goed weten welke hoeveelheden veilig zijn. We zijn nu bezig normen te maken voor de grondstoffen. De grondstoffen worden bewerkt voordat we ze gebruiken, met het gevolg dat de hoeveelheid risicovolle stoffen in het eindproduct verandert. Alles aan de voorkant dichtzetten met regels is dus contraproductief. Maar alleen normen maken voor het eindproduct maakt de controle weer heel lastig. En zoals al eerder gezegd is, het ene zeewier is het andere niet. Deze complexiteit maakt normalisatie vreselijk ingewikkeld. Daarom is één generieke norm ook niet haalbaar; we moeten toewerken naar maatwerk en gespecificeerde normen.’
Het wordt zoeken naar de juiste middenweg. Marlies en Tim vinden het een groot voordeel dat alle partijen met hetzelfde doel aan tafel zitten bij de normcommissie: de ontwikkeling en teelt van algen versnellen en verbeteren en de producten veilig houden voor de gezondheid van de gebruikers. ‘Gelukkig zijn we Nederlanders. Die zijn goed in polderen’, besluit Tim lachend.
Macro- en microalgen
Er zijn meer dan tienduizend soorten zeewier. Dat zijn de macro-algen. Steeds vaker staat zeewier bij de Nederlandse bevolking op het menu, en allang niet meer alleen als wakame salade of de vellen nori die we voor de sushi gebruiken. Het zit ook in veel andere producten, zo wordt het bijvoorbeeld in tandpasta als verdikkingsmiddel gebruikt.
Naast macro-algen zijn er ook micro-algen (eencelligen). De elementen van micro-algen vinden we onder andere terug in voedingssupplementen, voeding voor baby’s en jonge kinderen, speciale medische voedingsmiddelen en als dieetvervanger.
Normontwikkeling
Voor algen en algenproducten zijn 10 normen in ontwikkeling. Het gaat om normen met termen en definities voor algen (1), voor identificatie van algen (DNA-methode) (2), voor een bepalingsmethode van het lipide-gehalte (3), het chlorofyl-gehalte (4), een samplingmethode voor algen (5) en voor oppervlaktebepaling van de algenproductiefaciliteit (voor productiviteitsbepaling) (6). Ook zijn normen in ontwikkeling gebaseerd op rapporten over algen toegepast in cosmetica (7), in farmaceutica (8), in (bio)materialen/chemicaliën (9) en in food/feed (10).
Ook meepraten?
Het is belangrijk dat de uiteindelijke norm een breed gedragen set afspraken bevat waar de hele sector zich in kan vinden. Dat is ook de reden dat we nog steeds geïnteresseerd zijn in uitbreiding van de commissie 'Algen en algenproducten'. Bent u dat ook en bent u werkzaam in de sector of op een andere manier geïnteresseerd, neem dan contact op met Timo de Groot telefoon 015 26 90465 of e-mail energy@nen.nl. Hij vertelt u graag meer over de commissie en de werkzaamheden.
Lees meer over de normcommissie 'Algen en algenproducten',