INTERVIEW
Plastic Soup Surfer streeft naar plastic gedragsverandering
'Het eenduidig meten van plastic in het milieu is een stuk lastiger dan het wellicht op het eerste gezicht lijkt.'
De gevolgen van COVID-19 zijn zichtbaar en heeft invloed op heel de wereld. Als we breder kijken, zien we het zoveelste voorbeeld van menselijke verstoring van natuurlijke processen, ditmaal met rampzalige, direct merkbare gevolgen. Voor meer sluipende, maar evengoed zichtbare gevolgen, zoals vervuiling met plastic, is vaak minder aandacht. Merijn Tinga en Arjan Veldhuizen willen hier, elk op hun eigen manier, verandering in brengen. Een initiatief van NEN om tot eenduidige methoden voor de bepaling van plastics in het milieu te komen, juichen zij van harte toe.
Plastic is fantastisch materiaal. Het legt weinig beslag op grondstoffen (2,5 procent van de olieproductie) en kost weinig energie om te maken. Het is sterk, flexibel, goedkoop, gaat zeer lang mee en kan in allerlei varianten gemaakt worden. Een ideaal materiaal om in te zetten voor een duurzamere wereld zou je zeggen. Maar hoe anders is het beeld in de praktijk. Plastic is een aanjager voor onze weggooimaatschappij. Onze bodem en wateren zijn ermee vervuild, het brengt de gezondheid van mensen en dieren in gevaar, het ontsiert onze omgeving. Deze extreme tegenstelling rechtvaardigt inspanningen om beter om te gaan met dit materiaal.
Overlast terugdringen
Merijn Tinga en Arjan Veldhuizen zijn, ieder op hun eigen manier, bezig om de schade en overlast van plastic terug te dringen. Merijn, oprichter van Plastic Soup Surfer, zet zich met campagnes in om de vervuiling met plastic zichtbaar te maken en mensen en organisaties tot gedragsverandering aan te zetten. Arjan is technisch manager bij Eurofins. Dit bedrijf meet en onderzoekt de aanwezigheid van onder meer plastic in bodem en water, doorgaans in opdracht van belanghebbende partijen zoals waterschappen.
Eenduidig meten lastiger dan je denkt
'Het eenduidig meten van plastic in het milieu is een stuk lastiger dan het wellicht op het eerste gezicht lijkt', stelt Arjan. 'Dat heeft diverse redenen. Ten eerste: wat reken je er precies onder? In de officiële statistieken wordt slijtsel van rubber banden doorgaans meegerekend, hoewel dat strikt genomen geen plastic is. Ten tweede: hoe stel je het te onderzoeken materiaal veilig? Dat is vooral lastig bij microplastic in het water. Het kan naar de bodem zijn gezonken en het kan ook in levende organismen zoals vissen zitten. Het is dan moeilijk te bepalen in hoeverre het gemonsterde plastic een afspiegeling is van de totale hoeveelheid plastic. En ten derde: wat wil je precies meten? Alleen de hoeveelheid, of ook de samenstelling, en welke delen dan precies? Het antwoord is afhankelijk van het doel van het onderzoek, maar voor het samenvoegen van onderzoeksgegevens om een totaalbeeld te krijgen, kan dit verstorend werken.' Merijn loopt in zekere zin tegen hetzelfde soort probleem aan. 'Met onze acties om plastic uit het water te vissen, krijgen we microplastics uiteraard niet te pakken, terwijl dat wel een wezenlijk onderdeel van het probleem is. Hoe maak je dat zichtbaar, beleefbaar op een manier dat het tot gedragsverandering leidt?'

Initiatief van NEN
Heldere meetmethodes zijn dus belangrijke onderleggen om problemen met plastic aan te pakken, vanuit welke invalshoek je het ook bekijkt. Dat is ook bij NEN niet onopgemerkt gebleven. Daarom zijn op initiatief van NEN actieteams van start gegaan. Deze teams schrijven aan een whitepaper waarin aandachtspunten en behoeften aan standaardisatie verder in kaart worden gebracht. De whitepaper wordt gericht op vooronderzoek, veldwerkzaamheden, monstername, analyse en rapportage van macro-, micro- en nanoplastics in bodem, water en voedsel. Dit kan dienen als een eerste stap voor nationale en internationale werkzaamheden. Het is de bedoeling dat daarmee een gemeenschappelijke basis tussen de verschillende belanghebbenden in het Nederlandse speelveld ontstaat.
Dichter bij de ideale meetsituatie
Arjan is rechtstreeks betrokken bij het initiatief en is er erg blij mee. 'Deze actie zorgt ervoor dat we dichter bij de ideale meetsituatie komen. Als we het kaderdocument gereed hebben, hebben we de vragen en eisen omtrent meten veel helderder in beeld dan nu. Om alvast een tipje van de sluier op te lichten: door het eenduidig definiëren van de vraag kan op basis van metingen de omvang van de problematiek rond microplastics vastgesteld worden. Daarvoor zijn die afspraken met de beleidsmakers (of probleemhebbers) nodig. We willen dit bovendien graag uniform kunnen uitsplitsen naar bodem, water en lucht. En we willen graag afspraken over welke vormen (zoals grootte) we onderscheiden en welke bestanddelen relevant zijn om te meten voor beleidsmakers. Normontwikkeling vormt hierbij een onontbeerlijk onderdeel.' Ook Merijn is zeer geïnteresseerd in het initiatief, zij het om andere redenen. 'Wij willen met onze campagnes bedrijfsleven en politiek aanzetten tot het aanpakken van de wegwerpcultuur bij de bron. Als we daarbij kunnen terugvallen op eenduidige meetnormen en de resultaten van onze acties daaraan spiegelen, maakt dat onze zaak een stuk sterker.' Wat Merijn en Arjan betreft is het initiatief van NEN dus een schot in de roos!
'Door het eenduidig definiëren van de vraag kan op basis van metingen de omvang van de problematiek rond microplastics vastgesteld worden.'
Bekijk ook het korte interview met Merijn Tinga
Ook via NEN meepraten over te maken afspraken?
Hoe monitoren we het aantal microplastics in water? Hoe verwijderen we de microplastics? Hoe voorkomen we dat ze in het water terecht komen? Hoe kunnen we de integrale samenwerking bevorderen? NEN komt graag met partijen in gesprek over het Nederlandse standpunt en de stand van zaken op het gebied van waterkwaliteit en microplastics in water.